Verhoudingen

2s - 3 oefeningen

VerhoudingTweeGroepen
003l - Verhoudingen - gevorderd - basis - 2ms
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1

De verhouding tussen kinderen en volwassenen op een sportclub is gelijk aan \(4:7\text{.}\) Er zijn \(27\) minder kinderen dan volwassenen.

3p

Hoeveel volwassenen zijn er in totaal?

Het verschil tussen kinderen en volwassenen is \((7-4)=3\) delen, dus
\(3\text{ delen}=27\text{ }\text{leden}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={27 \over 3}=9\text{ }\text{leden}\text{.}\)

1p

Er zijn \(7\) delen volwassene, dus in totaal zijn er
\(7⋅9=63\) volwassenen.

1p

VerhoudingDrieGroepen
003m - Verhoudingen - gevorderd - midden - 7ms
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1

De verhouding tussen romans, naslagwerken en kinderboeken in een bibliotheek is gelijk aan \(7:4:6\text{.}\) Er zijn in totaal \(136\) boeken.

3p

Hoeveel kinderboeken zijn er meer dan naslagwerken?

In totaal zijn er \(7+4+6=17\) delen, dus
\(17\text{ delen}=136\text{ }\text{boeken}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={136 \over 17}=8\text{ }\text{boeken}\text{.}\)

1p

Het verschil tussen kinderboeken en naslagwerken is \((6-4)=2\) delen, dus er zijn
\(2⋅8=16\) meer kinderboeken dan naslagwerken.

1p

VerhoudingTweeKeerTweeGroepen
003n - Verhoudingen - gevorderd - eind - 3ms
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1

Op een muziekschool zijn er \(1\) gitaardocenten per \(2\) pianodocenten, en er zijn \(3\) gitaardocenten per \(11\) viooldocenten. Er zijn in totaal \(27\) gitaardocenten.

4p

Hoeveel docenten zijn er in totaal?

gitaardocenten

\(1\)

\(3\)

\(3\)

pianodocenten

\(2\)

\(6\)

viooldocenten

\(11\)

\(11\)

1p

Er zijn \(3\) delen gitaardocent, dus
\(3\text{ delen}=27\text{ }\text{gitaardocenten}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={27 \over 3}=9\text{ }\text{docenten}\text{.}\)

1p

Er zijn \(6+3+11=20\) delen, dus in totaal zijn er
\(20⋅9=180\) docenten.

1p

003l 003m 003n