Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A

'Snelheid'.

vwo wiskunde A 3.4 Rekenen met eenheden

Snelheid (3)
GemiddeldeSnelheid
Afstand
Tijd

Opgave 1

2p

a

Een fietser legt een afstand van \(28\text{ }\text{kilometer}\) af in \(1\text{ }\text{uur}\) en \(30\text{ }\text{minuten}\text{.}\) Bereken de gemiddelde snelheid in km/uur en rond af op 2 decimalen.

2p

b

Een peuter op een loopfietsje rijdt gedurende \(1\text{ }\text{uur}\) en \(19\text{ }\text{minuten}\) met een gemiddelde snelheid van \(4{,}1\text{ }\text{km/uur}\text{.}\) Bereken de afstand die de peuter heeft afgelegd in kilometers en rond zonodig af op 2 decimalen.

2p

c

Een scooter legt een afstand van \(88\text{ }\text{km}\) af met een gemiddelde snelheid van \(25{,}1\text{ }\text{km/uur}\text{.}\) Bereken hoe lang de scooter hierover doet. Geef je antwoord in gehele uren en minuten.