Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A

'De normale verdeling'.

vwo wiskunde A 2.5 Statistische verdelingen

De normale verdeling (6)

opgave 1

μ-2σμ-σμμ+σμ+2σ

1p

Hoeveel procent van de waarnemingen ligt volgens de vuistregels van de normale verdeling in het gekleurde gebied?

Vuistregels
00e6 - De normale verdeling - basis - basis - 0ms

\(2{,}5\%\text{.}\)

1p

opgave 2

Van \(4\,600\) melkbeurten is het vetpercentage normaal verdeeld met een gemiddelde van \(4\) % en een standaardafwijking van \(0{,}7\) %.

2p

Wat is de proportie melkbeurten lager dan \(3{,}3\) %?

NormaalVerdeeldProportie
00e7 - De normale verdeling - basis - eind - 0ms

2.5%13.5%34%34%13.5%2.5%2,63,344,75,4

\(2{,}5\%+13{,}5\%=16\%\text{.}\)

1p

De proportie is \(0{,}16\text{.}\)

1p

opgave 3

Van \(800\) pups is het gewicht normaal verdeeld met een gemiddelde van \(0{,}95\) kg en een standaardafwijking van \(0{,}15\) kg.

1p

Hoeveel procent van deze pups is lichter dan \(0{,}95\) kg?

NormaalVerdeeldPercentage
00e8 - De normale verdeling - basis - midden - 7ms

2.5%13.5%34%34%13.5%2.5%0,650,80,951,11,25

\(2{,}5\%+13{,}5\%+34\%=50\%\text{.}\)

1p

opgave 4

Van \(2\,600\) pups is het gewicht normaal verdeeld met een gemiddelde van \(0{,}95\) kg en een standaardafwijking van \(0{,}15\) kg.

2p

Hoeveel van deze pups hebben een gewicht tussen \(0{,}8\) en \(1{,}1\) kg?

NormaalVerdeeldAantal
00e9 - De normale verdeling - basis - midden - 9ms

2.5%13.5%34%34%13.5%2.5%0,650,80,951,11,25

\(34\%+34\%=68\%\text{.}\)

1p

\(0{,}68⋅2\,600=1\,768\) pups.

1p

opgave 5

Van \(4\,400\) melkbeurten is het vetpercentage normaal verdeeld met een gemiddelde van \(4\) % en een standaardafwijking van \(0{,}7\) %.

2p

Wat weet je van het vetpercentage van de \(110\) laagste melkbeurten?

NormaalVerdeeldOmgekeerd
00ea - De normale verdeling - basis - midden - 9ms

\({110 \over 4\,400}⋅100\%=2{,}5\%\text{.}\)

1p

2.5%13.5%34%34%13.5%2.5%2,63,344,75,4

Deze zijn lager dan \(2{,}6\) %.

1p

opgave 6

Van \(4\,800\) docenten is de lichaamslengte normaal verdeeld met een gemiddelde van \(180\) cm en een standaardafwijking van \(10\) cm.

2p

a

Hoeveel procent van deze docenten heeft een lichaamslengte tussen \(170\) en \(180\) cm?

2p

b

Hoeveel van deze docenten hebben een lichaamslengte tussen \(180\) en \(190\) cm?

2p

c

Wat weet je van de lichaamslengte van de \(768\) langste docenten?

1p

d

Een docent blijkt een lichaamslengte te hebben van \(140\) cm.
Kan dat volgens de vuistregels van de normale verdeling? Licht toe.

NormaleVerdeling
00ex - De normale verdeling - basis - eind - 3ms

a

2.5%13.5%34%34%13.5%2.5%160170180190200

1p

\(34\%\text{.}\)

1p

b

\(34\%\text{.}\)

1p

\(0{,}34⋅4\,800=1\,632\) docenten.

1p

c

\({768 \over 4\,800}⋅100\%=16\%\text{.}\)

1p

Deze docenten zijn langer dan \(190\) cm.

1p

d

Ja, dat kan. Bij de normale verdeling is er geen ondergrens voor de lichaamslengte van docenten. Wel komt een heel lage lichaamslengte (zoals in dit geval \(140\) cm) slechts héél weinig voor.

1p

"