Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde B

'Toepassingen van de afgeleide functie'.

havo wiskunde B 6.1 Raaklijnen en toppen

Toepassingen van de afgeleide functie (7)
OpstellenFormuleRaaklijn
RaaklijnMetGegevenRichtingscoefficient
ExtremeWaardenBepalen (1)
ExtremeWaardenBepalen (2)
ExtremeWaardenAantonen
ExtremeWaardenBepalen (3)
ExtremeWaardenBepalen (4)

Opgave 1

Gegeven is de functie \(f(x)=-2x^3+6x^2+x-5\text{.}\) Op de grafiek van \(f\) ligt het punt \(A\) met \(x_A=2\text{.}\)

4p

a

Stel algebraïsch de formule op van de raaklijn \(l\) in \(A\text{.}\)

Opgave 2

Gegeven is de functie \(f(x)=\frac{1}{3}x^3+3\frac{1}{2}x^2+10x+4\text{.}\) In de punten \(A\) en \(B\) van de grafiek van \(f\) is de richtingscoëfficiënt van de raaklijn gelijk aan \(-2\text{.}\)

4p

a

Bereken algebraïsch de coördinaten van \(A\) en \(B\text{.}\)

Opgave 3

Gegeven is de functie \(f(x)=2x^3-27x^2+120x+43\text{.}\)

4p

a

Bereken exact de extreme waarden van \(f\text{.}\)

Opgave 4

Gegeven is de functie \(f(x)=3x^4-28x^3+60x^2-27\text{.}\)

4p

a

Bereken exact de extreme waarden van \(f\text{.}\)

Opgave 5

Gegeven is de functie \(f(x)=\frac{2}{5}x^5-2\frac{2}{3}x^3+6x\text{.}\)

4p

a

Toon aan dat \(f\) een extreme waarde heeft voor \(x=\sqrt{3}\text{.}\)

Opgave 6

Gegeven is de functie \(f(x)=\frac{1}{2}x-\sqrt{x-5}\text{.}\)

6p

a

Bereken exact de top van \(f\text{.}\)

2p

b

Bepaal exact het bereik en het domein van \(f\text{.}\)

Opgave 7

Gegeven is de functie \(f(x)={2x^2+9x+32 \over 5x}\text{.}\)

5p

a

Bereken de extreme waarden van \(f\text{.}\)

havo wiskunde B 6.4 Toepassingen van de afgeleide

Toepassingen van de afgeleide functie (2)
LoodrechteLijnOpstellen
RaaklijnAanSnijdendeParabolen

Opgave 1

Gegeven is de functie \(f(x)={-6 \over 2x-7}\) en het punt \(A\) met \(x_A=2\text{.}\)

De lijn \(k\) raakt de grafiek van \(f\) in het punt \(A\text{.}\) De lijn \(l\) staat loodrecht op \(k\) en snijdt de \(y\text{-}\)as in het punt \(B\text{.}\)

OxyAB

7p

a

Bereken exact de coördinaten van \(B\text{.}\)

Opgave 2

Gegeven zijn de functies \(f(x)=x^2+2x-4\) en \(g(x)=-x^2+x-3\text{.}\) De grafieken van \(f\) en \(g\) snijden elkaar in de punten \(A\) en \(B\text{,}\) met \(x_A<x_B\text{.}\)
De lijn \(l\) raakt de grafiek van \(g\) in het punt \(A\) en snijdt de grafiek van \(f\) in het punt \(C\text{.}\)

OxyABC

7p

a

Bereken exact de coördinaten van het punt \(C\text{.}\)