1p

a

Stel de vergelijking op van de cirkel \(c\) met middelpunt \(M(-2, 6)\) en straal \(4\text{.}\)

2p

b

Stel de vergelijking op van de cirkel \(c\) met middelpunt \(M(4, -1)\) die door het punt \(A(3, 4)\) gaat.

3p

c

Gegeven zijn de punten \(A(-7, -6)\) en \(B(0, -3)\text{.}\)
Stel de vergelijking op van de cirkel \(c\) met middellijn \(AB\text{.}\)

2p

d

Stel de vergelijking op van de cirkel \(c\) met middelpunt \(M(-6, 1)\) die raakt aan de \(y\text{-}\)as.

1p

a

Stel de vergelijking op van de cirkel \(c\) met middelpunt \(M(-7, 0)\) en straal \(5\text{.}\)

2p

b

Bepaal de coördinaten van het middelpunt \(M\) en de straal \(r\) van cirkel \(c{:}\,x^2+y^2-10x+6y+30=0\text{.}\)

2p

c

Bepaal de coördinaten van het middelpunt \(M\) en de straal \(r\) van cirkel \(c{:}\,x^2+y^2-8x-5y+13=0\text{.}\)

2p

d

Bepaal de coördinaten van het middelpunt \(M\) en de straal \(r\) van cirkel \(c{:}\,x^2+y^2-2x-8=0\text{.}\)

2p

a

Gegeven is de cirkel \(c{:}\,x^2+y^2+8x+4y+10=0\text{.}\)
De punten \(A\) en \(B\) met \(x_A=x_B=-3\) en \(y_A>y_B\) liggen op \(c\text{.}\)
Bereken de coördinaten van \(A\) en van \(B\text{.}\)

2p

b

Stel de vergelijking op van de cirkel \(c\) met middelpunt \(M(0, -4)\) en straal \(7\text{.}\)
Geef het antwoord in de vorm \(x^2+y^2+ax+by+c=0\text{.}\)

4p

c

Er zijn twee cirkels \(c_1\) en \(c_2\) waarvan het middelpunt op de lijn \(l{:}\,y=4x+3\) ligt, die straal \(5\) hebben en die de \(y\text{-}\)as raken.
Stel van zowel \(c_1\) als \(c_2\) een vergelijking op.