Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde B

'Coëfficiënten in lineaire formules'.

3 havo 1.1 De formule y=ax+b

Coëfficiënten in lineaire formules (3)

opgave 1

Gegeven is de lijn \(l{:}\,y=3x+b\text{.}\)

2p

Voor welke \(b\) gaat \(l\) door het punt \(A(2, 10)\text{?}\)

GegevenPunt (2)
00mp - Coëfficiënten in lineaire formules - basis - midden - 0ms

\(\begin{rcases}y=3x+b \\ \text{door }A(2, 10)\end{rcases}\begin{matrix}3⋅2+b=10 \\ 6+b=10 \\ b=4\end{matrix}\)

1p

Dus voor \(b=4\text{.}\)

1p

opgave 2

Gegeven is de lijn \(l{:}\,y=9x-8\text{.}\)

2p

Voor welke \(a\) ligt het punt \(A(5, a)\) op \(l\text{?}\)

GegevenXCoordinaat
00mq - Coëfficiënten in lineaire formules - basis - basis - 0ms

\(\begin{rcases}y=9x-8 \\ \text{door }A(5, a)\end{rcases}\begin{matrix}9⋅5-8=a \\ a=37\end{matrix}\)

1p

Dus voor \(a=37\text{.}\)

1p

opgave 3

Gegeven is de lijn \(l{:}\,y=6x+8\text{.}\)

2p

Voor welke \(a\) ligt het punt \(A(a, 20)\) op \(l\text{?}\)

GegevenYCoordinaat
00mr - Coëfficiënten in lineaire formules - basis - basis - 0ms

\(\begin{rcases}y=6x+8 \\ \text{door }A(a, 20)\end{rcases}\begin{matrix}6⋅a+8=20 \\ 6a=12 \\ a=2\end{matrix}\)

1p

Dus voor \(a=2\text{.}\)

1p

havo wiskunde B 1.1 Lineaire verbanden

Coëfficiënten in lineaire formules (6)

opgave 1

Gegeven is de lijn \(l{:}\,y=ax+9\text{.}\)

2p

Voor welke \(a\) gaat \(l\) door het punt \(A(4, -3)\text{?}\)

GegevenPunt (1)
0016 - Coëfficiënten in lineaire formules - basis - eind - 0ms

\(\begin{rcases}y=ax+9 \\ \text{door }A(4, -3)\end{rcases}\begin{matrix}a⋅4+9=-3 \\ 4a=-12 \\ a=-3\end{matrix}\)

1p

Dus voor \(a=-3\text{.}\)

1p

opgave 2

Gegeven zijn de lijnen \(k{:}\,y=-5x-7\) en \(l{:}\,y=ax-6\text{.}\)

1p

Voor welke \(a\) zijn \(k\) en \(l\) evenwijdig?

Evenwijdig
00ms - Coëfficiënten in lineaire formules - gevorderd - eind - 0ms

\(k\parallel l\text{,}\) dus \(a=\text{rc}_l=\text{rc}_k=-5\text{.}\)

1p

opgave 3

Gegeven zijn de lijnen \(k{:}\,y=-5x+b\) en \(l{:}\,y=ax-47\text{.}\)

3p

Voor welke \(a\) en \(b\) snijden de lijnen \(k\) en \(l\) elkaar in het punt \(S(-9, 7)\text{?}\)

GegevenSnijpunt
00mt - Coëfficiënten in lineaire formules - basis - midden - 0ms

\(\begin{rcases}y=-5x+b \\ \text{door }S(-9, 7)\end{rcases}\begin{matrix}-5⋅-9+b=7 \\ 45+b=7 \\ b=-38\end{matrix}\)

1p

\(\begin{rcases}y=ax-47 \\ \text{door }S(-9, 7)\end{rcases}\begin{matrix}a⋅-9-47=7 \\ -9a=54 \\ a=-6\end{matrix}\)

1p

Dus voor \(a=-6\) en \(b=-38\text{.}\)

1p

opgave 4

Gegeven zijn de lijnen \(k{:}\,y=8x-40\) en \(l{:}\,y=ax-10\text{.}\)

3p

Voor welke \(a\) hebben de lijnen \(k\) en \(l\) hetzelfde snijpunt met de \(x\text{-}\)as?

ZelfdeSnijpuntXAs (1)
00mu - Coëfficiënten in lineaire formules - basis - eind - 0ms

Het snijpunt van de lijn \(k\) met de \(x\text{-}\)as:
\(8x-40=0\)
\(8x=40\)
\(x=5\)
Dus \((5, 0)\text{.}\)

1p

Het snijpunt invullen in \(l\) geeft\(\begin{rcases}y=ax-10 \\ \text{door }(5, 0)\end{rcases}\begin{matrix}a⋅5-10=0 \\ 5a=10 \\ a=2\end{matrix}\)

1p

Dus voor \(a=2\text{.}\)

1p

opgave 5

Gegeven zijn de lijnen \(k{:}\,y=7x-56\) en \(l{:}\,y=3x+b\text{.}\)

3p

Voor welke \(b\) hebben de lijnen \(k\) en \(l\) hetzelfde snijpunt met de \(x\text{-}\)as?

ZelfdeSnijpuntXAs (2)
00mv - Coëfficiënten in lineaire formules - basis - eind - 0ms

Het snijpunt van de lijn \(k\) met de \(x\text{-}\)as:
\(7x-56=0\)
\(7x=56\)
\(x=8\)
Dus \((8, 0)\text{.}\)

1p

Het snijpunt invullen in \(l\) geeft\(\begin{rcases}y=3x+b \\ \text{door }(8, 0)\end{rcases}\begin{matrix}3⋅8+b=0 \\ b=-24\end{matrix}\)

1p

Dus voor \(b=-24\text{.}\)

1p

opgave 6

Gegeven is de lijn \(l{:}\,y=ax+5\text{.}\)

1p

Is er een waarde van \(a\) waarvoor de lijn door de oorsprong gaat? Zo ja, wat is die waarde?

Oorsprong
00n8 - Coëfficiënten in lineaire formules - gevorderd - eind - 0ms

De lijn met formule \(y=ax+5\) snijdt voor iedere waarde van \(a\) de \(y\text{-}\)as in het punt \((0, 5)\text{.}\) Er is dus geen enkele waarde van \(a\) waarvoor de lijn door de oorsprong gaat.

1p

"