Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A
'Statistische variabelen'.
| havo wiskunde A | 2.2 Data verzamelen |
opgave 1Geef in de volgende situaties aan welke statistische variabele wordt beschreven, en of deze nominaal, ordinaal, discreet of continu is. Licht je antwoord toe. 2p a In een enquête wordt de vraag gesteld hoe vaak een leerling huiswerk maakt: nooit, soms, regelmatig, vaak of altijd. Klassificatie (1) 00le - Statistische variabelen - basis - 33ms a De variabele 'huiswerkgedrag van leerling' is kwalitatief, omdat deze niet in een getal wordt uitgedrukt. 1p ○ De variabele is ordinaal, omdat er een logische ordening zit in de waarden van de variabele. 1p 2p b Gerdi houdt bij hoeveel vragen er worden gesteld tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer, bijvoorbeeld \(1\) of \(2\text{.}\) Klassificatie (6) 00lf - Statistische variabelen - basis - 1ms b De variabele 'aantal kamervragen per vragenuurtje' is kwantitatief, omdat de waarden hoeveelheden zijn die objectief meetbaar zijn. 1p ○ De variabele is discreet, omdat niet alle tussenliggende waarden mogelijk zijn. Zo is \(13{,}5\) geen mogelijke waarde voor het aantal kamervragen. 1p 2p c Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) in Heerlen houdt van alle in Nederland verkochte nieuwe auto's bij wat het merk is, bijvoorbeeld Tesla of Citroën. Klassificatie (2) 00lj - Statistische variabelen - basis - 33ms c De variabele 'merk van in Nederland verkochte auto' is kwalitatief, omdat deze niet in een getal wordt uitgedrukt. 1p ○ De variabele is nominaal, omdat er geen logische ordening zit in de waarden van de variabele. 1p 2p d In een vragenlijst wordt gevraagd naar het aantal boterhammen dat iemand per dag eet: 0, 1, 2, 3 of '4 of meer'. Klassificatie (3) 00lk - Statistische variabelen - basis - 33ms d De variabele 'aantal boterhammen per persoon' is kwalitatief, omdat de laatste waarde ('4 of meer') geen getal is; je kunt er immers niet mee rekenen. 1p ○ De variabele is ordinaal, omdat er een logische ordening zit in de waarden van de variabele. 1p opgave 2Geef in de volgende situaties aan welke statistische variabele wordt beschreven, en of deze nominaal, ordinaal, discreet of continu is. Licht je antwoord toe. 2p a De concierge houdt van iedere leerling het kluisnummer bij, bijvoorbeeld 62 of 140. Klassificatie (4) 00ll - Statistische variabelen - basis - 33ms a De variabele 'nummer van kluis' is kwalitatief, omdat de waarden weliswaar getallen zijn maar geen hoeveelheid aangeven; je zult bijvoorbeeld ook nooit de gemiddelde waarde berekenen. 1p ○ De variabele is nominaal, omdat de waarden willekeurig zijn toegekend (met als enige doel om de kluis te kunnen identificeren) en er dus geen logische ordening zit in de waarden van de variabele. 1p 2p b Bij een onderzoek naar nachtrust door een bedden discounter wordt de deelnemers gevraagd op een schaal van 1 tot 5 aan te geven hoe goed zij afgelopen week hebben geslapen: 1, 2, 3, 4 of 5. Klassificatie (5) 00lm - Statistische variabelen - basis - 0ms b De variabele 'beoordeling van de slaap van afgelopen week van deelnemer' is kwalitatief, omdat de waarden weliswaar een aantal voorstellen, maar een mening weergeven en dus niet objectief meetbaar zijn (het is een schaalvraag). 1p ○ De variabele is ordinaal, omdat er een logische ordening zit in de waarden van de variabele. 1p 2p c Jan meet de lengte van alle docenten van zijn school, bijvoorbeeld \(179\) of \(182\) centimeter. Klassificatie (7) 00na - Statistische variabelen - basis - 1ms c De variabele 'lichaamslengte van docent in cm' is kwantitatief, omdat de waarden hoeveelheden zijn die objectief meetbaar zijn. 1p ○ De variabele is continu, omdat alle tussenliggende hoeveelheden gemeten zouden kunnen worden. 1p |