Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A

'Statistische variabelen'.

havo wiskunde A 2.2 Data verzamelen

Statistische variabelen (7)
Klassificatie (1)
Klassificatie (6)
Klassificatie (2)
Klassificatie (3)
Klassificatie (4)
Klassificatie (5)
Klassificatie (7)

Opgave 1

Geef in de volgende situaties aan welke statistische variabele wordt beschreven, en of deze nominaal, ordinaal, discreet of continu is. Licht je antwoord toe.

2p

a

Bij een enquête onder 16-jarigen wordt gevraagd naar de opleiding: VMBO, HAVO of VWO.

2p

b

Terje gooit steeds met twee dobbelstenen en telt bij iedere worp het aantal ogen, bijvoorbeeld \(3\) of \(6\text{.}\)

2p

c

Een kapper inventariseert een week lang de kleur van het haar van haar klanten: blond, lichtbruin, donkerbruin, zwart of rood.

2p

d

In een vragenlijst wordt gevraagd naar het aantal boterhammen dat iemand per dag eet: 0, 1, 2, 3, 4 of '5 of meer'.

Opgave 2

Geef in de volgende situaties aan welke statistische variabele wordt beschreven, en of deze nominaal, ordinaal, discreet of continu is. Licht je antwoord toe.

2p

a

In een onderzoek van de ANWB wordt gevraagd naar het lidmaatschapnummer van de respondent, bijvoorbeeld 19536 of 36326.

2p

b

Op de wandelwebsite walkhighlands.com wordt met behulp van een aantal wandelschoentjes aangegeven hoe zwaar de verschillende wandelingen in de Schotse hooglanden zijn: 🥾, 🥾🥾, 🥾🥾🥾, 🥾🥾🥾🥾 of 🥾🥾🥾🥾🥾.

2p

c

In een callcenter wordt bijgehouden hoeveel minuten er telkens tussen twee opeenvolgende telefoongesprekken zit, bijvoorbeeld \(21\) of \(111\) minuten.