2p

a

Een fietser legt een afstand van \(18{,}4\text{ }\text{kilometer}\) af in \(1\text{ }\text{uur}\) en \(1\text{ }\text{minuten}\text{.}\) Bereken de gemiddelde snelheid in km/uur en rond af op 2 decimalen.

2p

b

Een peuter op een loopfietsje rijdt gedurende \(2\text{ }\text{minuten}\) en \(54\text{ }\text{seconden}\) met een gemiddelde snelheid van \(1{,}3\text{ }\text{m/s}\text{.}\) Bereken de afstand die de peuter heeft afgelegd in meters en rond zonodig af op 2 decimalen.

2p

c

Een peuter op een loopfietsje legt een afstand van \(290\text{ }\text{m}\) af met een gemiddelde snelheid van \(1{,}3\text{ }\text{m/s}\text{.}\) Bereken hoe lang de peuter hierover doet. Geef je antwoord in gehele minuten en seconden.